'Ernstige tandvleesontsteking zou kunnen wijzen op diabetes'
Tandartsen zouden zich hier beter bewust van moeten zijn, zodat zij een rol kunnen spelen in het signaleren van diabetes. Dat stelt onderzoeker Wijnand Teeuw op basis van zijn promotieonderzoek, dat hij deed voor het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam.
Door de afwezigheid van klachten in het beginstadium, wordt suikerziekte in de regel pas na jaren vastgesteld. Naar schatting een derde van de mensen met diabetes mellitus weet dit niet.
"Op het moment dat de diagnose gesteld wordt, heeft de ontregelde bloedsuikerspiegel vaak al tot onherstelbare schade geleid aan bloedvaten en organen. Schade die uiteindelijk ernstige complicaties geeft later in het leven", vertelt Teeuw.
Volgens de onderzoeker zijn aanwijzingen die al in een vroeg stadium duiden op de aanwezigheid van diabetes dan ook meer dan gewenst. "Omdat parodontitis een van de complicaties is van diabetes, zou de aanwezigheid ervan kunnen fungeren als een vroege aanwijzing", aldus de onderzoeker.
Vingerprik-methode
Met behulp van een nieuwe gevalideerde vingerprik-methode mat Teeuw de geglycosyleerde hemoglobine (HbA1c)-waarden bij in totaal 313 parodontitispatiënten, waarvan 78 kampten met een ernstige vorm. "Bij een op de vijf mensen met ernstige parodontitis vond ik verhoogde HbA1c-waarden. Die verhoogde waarden duiden op de aanwezigheid van diabetes. De patiënten waren hier niet van op de hoogte", aldus Teeuw.
Op basis van zijn bevindingen concludeert de onderzoeker dat tandheelkundige praktijken van groot belang kunnen zijn bij het screenen van deze volksziekte.
Vervolg: Vet en cholesterol werden lange tijd gezien als voornaamste boosdoeners bij atherosclerose. Nieuw onderzoek laat echter zien dat dit waarschijnlijk niet het geval is. We zouden vooral de mondbacteriën moeten vrezen die lichaamsvreemde vetzuren aanmaken.
Lange tijd werd aangenomen dat atherosclerose – de vorming van plaques in de bloedbaan – werd veroorzaakt door vette, cholesterolrijke voeding. Het onderzoek dat daar tot nu toe naar is gedaan, bevestigt dit echter niet. Het blijkt namelijk dat hartziekte niet vaker voorkomt bij mensen die veel eieren, roomboter, vlees en vette vis eten. Maar wat is dan wel de oorzaak van plaquevorming?
Orale bacteriën. Er zijn inmiddels veel aanwijzingen dat ze niet alleen een rol van betekenis spelen in de mond, maar dat ze ook een systemisch effect hebben. Zo laten epidemiologische studies zien dat er een significante relatie is tussen parodontitis en chronische ziekten als diabetes type II en hart- en vaatziekten [1]. Nieuw onderzoek laat zien dat ook atherosclerose mogelijk wordt veroorzaakt door bacteriën in de mond [2]. De vetten die ze produceren komen in het lichaam terecht en veroorzaken daar problemen.
Plaque in de massaspectrometer
De onderzoekers bestudeerden atherosclerotische plaques met een massaspectrometer. Daarin vonden ze vetzuren met een onbekende chemische ‘handtekening’. De vetten hadden vertakte ketens en oneven aantallen koolstofmoleculen. Dit komt bij zoogdieren zelden voor, dus ze konden niet afkomstig zijn uit dierlijke vetten. Maar waar kwamen ze dan wel vandaan?
De vetzuren bleken afkomstig van orale bacteriën, genaamd Bacteroïdetes. Deze bacterie wordt ook gevonden bij tandvleesproblemen en paradontitis. De vetzuren die deze bacteriën produceren, komen in de bloedbaan terecht. Het immuunsysteem op de vaatwand herkent ze niet omdat ze lichaamsvreemd zijn. Het immuunsysteem reageert daarop dus met een ontstekingsreactie. Maar dat is nog niet alles.
De onderzoekers ontdekten dat we een enzym in ons lichaam hebben dat in staat is deze vetten om te zetten in bouwstoffen voor moleculen die de ontstekingsreactie verder versterken. De lichaamsvreemde vetzuren veroorzaken dus niet alleen ontstekingen aan de vaatwand, maar zorgen er bovendien indirect voor dat de immuunreactie in de hoogste stand gaat. Doordat Bacteroïdetes voortdurend vetzuren blijft produceren, blijft de ontstoken atherosclerotische plaque ook voortdurend laaggradig actief.
Orale probiotica
Het onderzoek onderstreept dat een goede mondhygiëne meer is dan alleen goed poetsen en flossen. Er moet ook gezorgd worden voor een gunstige bacteriële omgeving waarin Bacteroïdetes niet goed kan overleven. Recente onderzoeken laten zien dat specifieke probiotische bacteriën een gunstig effect hebben op de mondflora en een inhiberende werking op orale pathogenen. In het bijzonder lactobacillen lijken in staat te zijn de symbiose van het microbiële ecosysteem in de mond te herstellen en/of te handhaven. Een dergelijke interventie lijkt op dit moment effectiever dan het verwijderen van vet en cholesterol uit de voeding bij de preventie, beheersing en behandeling van atherosclerotische plaques in het bloedvatenstelsel.
Bronnen
[1] Monografie orale probiotica, naturafoundation.nl/monografie/orale_probiotica.html
[2] Reza Nemati et al, Deposition and hydrolysis of serine dipeptide lipids of Bacteroidetes bacteria in human arteries: relationship to atherosclerosis, Journal of Lipid Research (2017).
Diabetes type II
Diabetici lijken een verhoogde kans te hebben op het ontstaan van (ernstige) gingivitis en parodontitis, vooral wanneer er sprake is van een instabiele bloedsuikerspiegel. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat er omgekeerd ook een associatie bestaat tussen parodontitis en het ontstaan van een ontregelde bloedsuikerspiegel, vooral bij diabetes type II. Een mogelijke verklaring die hieraan ten grondslag kan liggen is de verhoogde cytokineproductie bij parodontitis. Migratie van deze pro-inflammatoire cytokines naar de bloedbaan kan leiden tot een verhoogde concentratie ontstekingsmarkers in het bloed, met een minder goede regulering van diabetes tot gevolg. Dieronderzoek laat zien dat toediening van P. gingivalis tot insuline- en glucose-intolerantie leidt.
Hoewel niet alle onderzoeksresultaten eenduidig zijn, laten diverse onderzoeken zien dat parodontale behandeling en een goede mondgezondheid een verlagend effect hebben op de ontstekingsmarkers en de bloedsuikerspiegel. Lactobacillen kunnen zowel door hun ontstekingsremmende effect, de modulering op pro- en anti-inflammatoire cytokines en door vermindering van het aantal (paro)pathogene bacteriën, aanzienlijk bijdragen in de preventie en behandeling van parodontitis bij diabetici. Studies laten tevens zien dat lactobacillen de glucosetolerantie en de insulinegevoeligheid kunnen verhogen. Binnen een multidisciplinaire aanpak kan de inzet van de juiste combinatie van lactobacillen ter bevordering van de mondhygiëne van toegevoegde waarde zijn.