DEEL 3 Anti-GAD en IA2
Het bloed van mensen met diabetes wordt regelmatig onderzocht in het laboratorium. Wat wordt er onderzocht en wat betekenen die tests?
Anti-GAD en IA2 insulinoma-associated antigen 2
Deze test wordt gedaan als onduidelijk is of iemand diabetes type 1 of diabetes type 2 heeft. Bij de bepaling van anti-GAD wordt gekeken of er sprake is van antistoffen tegen de eigen insuline producerende cellen in de alvleesklier. Normaal gesproken maakt het lichaam alleen antistoffen aan tegen binnendringende bacteriën en virussen. Soms gaat er iets mis waardoor antistoffen worden gemaakt tegen eigen cellen, weefsels of organen. Er ontstaan dan beschadigingen en ontstekingen van lichaamsweefsel en organen, in dit geval de alvleesklier. Een verhoogde waarde anti-GAD is vrijwel zeker een bewijs voor diabetes type 1. Naast de GAD-antistoffen worden bij diabetes type 1 ook andere antistoffen gevonden, zoals IA2-antistoffen en antistoffen tegen insuline. De Anti GAD wordt vaak getest in combinatie met antistoffen tegen IA2. IA2-antistoffen worden vaker positief gevonden bij kinderen met diabetes type 1 en GAD-antistoffen worden vaker positief gevonden bij volwassenen met diabetes type 1.
Dit laatste bloedonderzoek is misschien wel de belangrijkste van de drie. Nog niet zo lang geleden, sprak ik een moeder, die mij om hulp vroeg, nadat bij haar zoontje diabetes type 1 was gediagnosticeerd. Ik vroeg haar toen naar deze uitslagen. Ze kon mij de uitslagen geven van het onderzoek in deel 1, maar niet deze. Het is namelijk zeer belangrijk om te weten of je type 1 of 2 hebt. Er worden soms veel te snel verkeerde diagnoses gesteld. Vraag ernaar bij je huisarts.